Voorzitter,
Het is ruim een half jaar geleden dat ik voor het laatst in
deze raadzaal ben geweest en ik ben blij om samen met de andere woordvoerders
weer eens een debat te kunnen voeren waar we fysiek bij elkaar zijn. De
Omgevingsvisie 2040 verdient dat ook. Het is een stuk wat op grote lijnen
schetst hoe we de fysieke leefomgeving van Maastricht in 2040 voor ons zien.
Voor deze raadsronde is een ontzettend lang proces
doorgelopen. Volgens mij is er voor een voorliggend stuk in deze Raad nog nooit
zo’n uitvoerig en zorgvuldig traject gevolgd. Stadsrondes, discussienotities, werksessies
in Centre Ceramique, werksessies in de Jan van Eyck, nog meer stadsrondes,
informatierondes, de ter inzagelegging en vandaag dan dit debat. Het is bijna
niet voor te stellen dat we met zijn allen ruim twee jaar geleden dachten, waar
beginnen we aan en dat er nu dit stuk voorligt. Ik wil iedereen die hieraan
heeft meegewerkt ontzettend bedanken voor hun onvermoeibare inzet. Ik vind dat
we onze ambtenaren die zo gepassioneerd hebben gewerkt aan deze visie en altijd
bereid waren om ons te informeren en te ondersteunen, zelfs nadat ik 51
schriftelijke vragen had gesteld, een groot compliment moeten geven.
Een omgevingsvisie die ik lees waarvan ik denk, er is ook
echt met de input van verschillende stakeholders wat gedaan. Er is een
zorgvuldige afweging gemaakt tussen de belangen die er voor een bepaald gebied
spelen. Bewoners, bedrijven en instellingen; de gezondheid en de bereikbaarheid;
de maakindustrie en de kenniseconomie. Belangen die overigens dichter bij
elkaar zitten dan we vaak denken. En laat ik maar met de deur in huis vallen,
als de VVD de macht had gehad om volledig deze visie te schrijven, dan waren er
wellicht op verschillende punten dingen anders op papier gekomen. Maar het is
nu eenmaal zo dat het een visie moet zijn waar we ons allemaal een stuk in
kunnen vinden, van links tot rechts, jong tot oud, arm tot rijk. De VVD denkt
dat deze visie daaraan voldoet.
Het proces rondom de Omgevingsvisie heeft mij ook wat
geleerd over participatie. Participatie is wat mij betreft niet de hardste schreeuwer
gelijk geven. Het centrummanagement verwoordt het dan ook goed in haar brief
van 11 september: “Maar wij beseffen bovenal dat alle belangen moeten worden
afgewogen en dat lieverkoekjes niet worden gebakken”, einde citaat.
Goed voorzitter, dan de inhoud van de visie. De
Omgevingsvisie is gebouwd op drie thema’s. 1 een euregionale netwerkfunctie, 2
gezond en leefbaar en 3 beleving en ontmoeting. De fundamentele vraag die je
jezelf moet stellen voordat je de rest ter discussie brengt is, ben je het als
partij eens met deze uitgangspunten. De hele visie is daarop gebaseerd.
De Euregionale netwerkfunctie
Welke rol wil je als stad spelen binnen de regio? Dat is de
grote vraag van dit thema. Aan de hand van die rol heb je bepaalde functies
nodig in je stad. Een belangrijk onderdeel daarvan is de ligging van
Maastricht. Het zuiden van Limburg wordt landelijk nogal eens als een
aanhangsel gezien ergens daar in het zuiden, nog net te vinden op de landkaart.
Maar als je over de grenzen kijkt, dan zie je dat we onderdeel uitmaken van een
netwerk van steden waar veel gebeurt: Aken, Luik, Hasselt, Sittard-Geleen en ja
ook Parkstad. Als je de economische waarde van deze Euregio vergelijkt met
andere regio’s dan doen wij gewoon mee met de top van Noordwest Europa. Bij
zo’n regio horen goede verbindingen, zowel voor de auto, het openbaar vervoer
en de fiets. Een grote uitdaging wat de VVD betreft, waar de visie ook een goed
antwoord op geeft. Wel maak ik me zorgen over een aantal suggesties over
beperkende maatregelen wat betreft het autoverkeer, terwijl er juist een
toename van auto’s wordt verwacht. Een sterke P+R infrastructuur is dan ook een
must om het ene met het andere te kunnen combineren. Verder is de verdere
ontwikkeling van de kenniseconomie een van de pijlers van dit thema. Dat is erg goed. Wel wil de
VVD benadrukken dat ook de maakindustrie, waar Maastricht groot mee is
geworden, niet vergeten dient te worden en nog altijd een belangrijk onderdeel
is van de Maastrichtse economie.
En dan het thema Gezond en leefbaar
Door de klimaatverandering wordt de leefbaarheid van de stad
steeds verder op de proef gesteld. Steden in dit deel van Europa zijn er niet
op ingericht om wekenlang temperaturen van meer dan 30 graden overdag en 20 ’s
nachts te ervaren. Ook zullen we steeds vaker hevige plensbuien gaan
verwachten. Om onze stad leefbaar te houden zullen we hierop voorbereid moeten
zijn en moet de stad voldoende koeling bieden. Verder zie je het gewoon
gebeuren dat de leefbaarheid van buitenwijken steeds verder onder druk komt te
staan. De Roserije in de Heeg staat bijvoorbeeld nog altijd voor een groot deel
leeg. Het zal zo zijn dat er in de toekomst niet meer in iedere wijk een bakker
en een slager is, en we moeten als stad kijken hoe we een buurtcentrum toch
aantrekkelijk blijven houden. Een grote uitdaging, waar gelukkig voldoende
aandacht aan wordt besteed in de visie. Het Hoolhoes project in Limmel en
Nazareth is een goed voorbeeld hiervan.
En daarop aansluitend Beleving en ontmoeting
Hoe houd je Maastricht interessant voor haar verschillende
bewoners, bezoekers, ondernemers en werknemers. Op welke plekken wil je in je
stad meer ruimte voor beleving en op welke plekken wil je meer rust. Kan je
ervoor zorgen dat bepaalde activiteiten buiten het centrum worden georganiseerd?
Zo houd je aan de ene kant meer levendigheid en leefbaarheid in de buitenwijken
en aan de andere kant blijft er voldoende ruimte voor de verschillende
gebruikers van de binnenstad.
Voorzitter, de VVD denkt dat er een goede keuze is gemaakt
in de thema’s voor deze omgevingsvisie en dat deze thema’s zich vertalen naar
het raamwerk en de gebiedsprofielen in de visie. De gebiedsprofielen
omschrijven grofweg de functies van bepaalde gebieden in de stad en de daarbij
behorende factoren waarmee rekening dient te worden gehouden. Ook hier komt
heel duidelijk de afweging van verschillende belangen naar boven.
In deel 2 van de omgevingsvisie wordt op bepaalde thema’s
uitgebreider ingegaan. Het jammere van deel 2 vind ik dat deze te sectoraal is
opgesteld. Eerst vertellen we wat over mobiliteit, dan wat over groen, dan wat
over economie, dan wat over wonen en zo voort. De kern van de omgevingsvisie is
nu juist dat er een integrale benadering van de fysieke leefomgeving
plaatsvindt. De inhoud van deel 2 vindt de VVD echter wel goed. Het lijkt ons
goed om als opdracht aan het college mee te geven om deel 2 ook op te stellen
op een integrale manier, net zoals deel 1. Dit zou meegenomen kunnen worden bij
de actualisatie die voor 1 januari 2024 zal plaatsvinden. Vandaar ook de motie die wij zullen indienen
bij de raadsvergadering met als dictum:
Verzoekt het
college:
Bij het opstellen van de gereviseerde Omgevingsvisie, die
voor 1 januari 2024 aan de Raad wordt voorgelegd, naast eventuele beleidsinhoudelijke
wijzigingen, de sectorale benadering van deel 2 van de Omgevingsvisie op meer
integrale en samenhangende wijze vorm te geven zoals nu in deel 1 voorgelegd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Tot zover.